In de laatste ronde van de jaarlijkse competitie 'Leraar van het Jaar' moet ik voor een vakjury verschijnen. Twee vragen van de vakjury zijn me goed bijgebleven. De eerste was: "Hoe inspireer je jouw leerlingen?" en de tweede vraag was: "Wat wil je jouw Rotterdamse leerlingen vooral meegeven?"
Bij de eerste vraag moest ik direct denken aan de bewuste afspraak die ik met mezelf maakte toen ik met lesgeven begon. In de rumoerige multi-culti urban stadsjungle van Rotterdam word je geconfronteerd met een massa aan verschillende bevolkingsgroepen met allemaal hun eigen sub-culturen. Als docent in deze stad vind ik dat je open moet staan naar iedereen en elke leerling in zijn of haar waarde moet kunnen laten. Dit vergt een bepaalde attitude waarin je jezelf als docent moet ontwapenen van alle vooroordelen. Wees op je hoede voor karikaturen en cliches. Trap niet in je eigen vooringenomenheid en toon echte interesse. Want zonder dat bouw je geen relatie op. En zonder relatie zal je geen gedrag kunnen beinvloeden.
Je moet niet alleen kunnen kijken, je moet kunnen zien. Wat ik zie is dat er bij bepaalde minderheidsgroepen een ingebakken onzekerheid heerst. Dus mijn antwoord op de vraag wat ik mijn leerlingen het liefst wil meegeven is dat er in deze stad een realistisch toekomstperspectief voor iedereen is. Ik kom bij sommige leerlingen nog te vaak, te veel onzekerheid en faalangst tegen. Wantrouwen zelfs. Toen ik dit antwoord aan de vakjury gaf wilde ze toch wel verheldering over wat ik hier nu precies mee bedoelde. Dus greep ik terug naar een anekdote die ik in mijn rol als BPV-stagebegleider als concreet voorbeeld had meegemaakt.
Een stagiaire wordt in overtreffende trap geprezen door zijn bedrijfsstagebegeleider. Deze manager ken ik als een veeleisende professional en hoor tot mijn grote tevredenheid dat onze stagiaire in praktisch alle facetten indruk heeft gemaakt. Vakinhoudelijk, maar ook als teamlid en collega. "Eén van de beste stagiaires die jullie tot nu toe hebben gehad dus?" rond ik af, na een goed en gedetailleerd gesprek van zeker 30 minuten. De stagebegeleider van het leerbedrijf bevestigd en vertrekt weer naar zijn werkplek. Ik praat kortstondig na met de stagiaire als deze zich haast heimelijk naar mij toe buigt en mij iets toefluistert. "Meneer denkt u dat ik echt kans maak om hier te werken? Ze nemen jongens als ik toch nooit aan?" Ondanks alle lof kon deze Marokkaanse jongen blijkbaar niet geloven dat het over hem ging.
Mr.S.
Bij de eerste vraag moest ik direct denken aan de bewuste afspraak die ik met mezelf maakte toen ik met lesgeven begon. In de rumoerige multi-culti urban stadsjungle van Rotterdam word je geconfronteerd met een massa aan verschillende bevolkingsgroepen met allemaal hun eigen sub-culturen. Als docent in deze stad vind ik dat je open moet staan naar iedereen en elke leerling in zijn of haar waarde moet kunnen laten. Dit vergt een bepaalde attitude waarin je jezelf als docent moet ontwapenen van alle vooroordelen. Wees op je hoede voor karikaturen en cliches. Trap niet in je eigen vooringenomenheid en toon echte interesse. Want zonder dat bouw je geen relatie op. En zonder relatie zal je geen gedrag kunnen beinvloeden.
Je moet niet alleen kunnen kijken, je moet kunnen zien. Wat ik zie is dat er bij bepaalde minderheidsgroepen een ingebakken onzekerheid heerst. Dus mijn antwoord op de vraag wat ik mijn leerlingen het liefst wil meegeven is dat er in deze stad een realistisch toekomstperspectief voor iedereen is. Ik kom bij sommige leerlingen nog te vaak, te veel onzekerheid en faalangst tegen. Wantrouwen zelfs. Toen ik dit antwoord aan de vakjury gaf wilde ze toch wel verheldering over wat ik hier nu precies mee bedoelde. Dus greep ik terug naar een anekdote die ik in mijn rol als BPV-stagebegleider als concreet voorbeeld had meegemaakt.
Een stagiaire wordt in overtreffende trap geprezen door zijn bedrijfsstagebegeleider. Deze manager ken ik als een veeleisende professional en hoor tot mijn grote tevredenheid dat onze stagiaire in praktisch alle facetten indruk heeft gemaakt. Vakinhoudelijk, maar ook als teamlid en collega. "Eén van de beste stagiaires die jullie tot nu toe hebben gehad dus?" rond ik af, na een goed en gedetailleerd gesprek van zeker 30 minuten. De stagebegeleider van het leerbedrijf bevestigd en vertrekt weer naar zijn werkplek. Ik praat kortstondig na met de stagiaire als deze zich haast heimelijk naar mij toe buigt en mij iets toefluistert. "Meneer denkt u dat ik echt kans maak om hier te werken? Ze nemen jongens als ik toch nooit aan?" Ondanks alle lof kon deze Marokkaanse jongen blijkbaar niet geloven dat het over hem ging.
Mr.S.